Felipe – Filipe – Filipinas …. Hoe is de naam van de Filipijnen ontstaan?

Die eer komt toe aan de Spaanse ontdekkingsreiziger Villalobos.Koning-Filips-II
Ferdinand Magellan bereikte 500 jaar geleden als eerste Spanjaard de Filipijnen, waar hij op het eiland Mactan werd vermoord. Na enkele mislukte expedities naar de Filipijnse archipel slaagde Ruy López de Villalobos er in 1543 in om een kleine kolonie te stichten op de eilanden, die hij de naam gaf Las Islas Filipinas. Ter ere van prins Felipe (Filips) II van Spanje.
Dezelfde Filips II die enkele jaren later gewelddadig heerste over de Nederlanden, ruzie kreeg met Willem van Oranje en wordt genoemd in ons volkslied als ‘den Koning van Hispanje’.

Met Villalobos liep het niet goed af. Door honger en verzet van de inheemse bevolking en van de Portugezen moest ook hij echter na enkele jaren opgeven. Onderweg naar huis werd hij getroffen door tropische koorts en stierf in 1546 bij Ambon.

De officiële naam van de Filipijnen is nu Republic of the Philippines (in Tagalog: Republika ng Pilipinas).
Dat er in de 19e eeuw onder het Spaanse kolonialisme onduidelijkheid bestond over de juiste benaming, blijkt uit het volgende citaat uit de roman van José Rizal, Raak me niet aan (Noli me tangere).

Consolación, de vrouw van de luitenant van de Guardia Civil, wilde geen Filipina meer te zijn, maar een Europese vrouw. Deze dame probeerde geen Tagalog te spreken, of in ieder geval te doen alsof ze het niet sprak: door het zo slecht mogelijk te spreken gaf ze zichzelf de indruk een echte orofea, een Europese vrouw te zijn, zoals ze altijd zei. … Een van de woorden die haar meer moeite kostten dan de hiëroglyfen voor Champollion, was de naam Filipinas.

José Rizal, Raak me niet aan (Noli me tangere), hoofdstuk XXXIX:

Het verhaal gaat dat ze op haar huwelijksdag, toen ze kletste met haar echtgenoot die toen nog korporaal was, Pilipinas had gezegd. De korporaal voelde zich verplicht haar te verbeteren en zei, met een klap tegen haar hoofd, ‘Zeg Felipinas, vrouw! Wees niet zo stom! Weet je niet dat je verdomde l…land zo heet, genoemd naar Felipe?’ De vrouw, dromend van hun huwelijksreis, wilde graag gehoorzamen en zei Felepinas. De korporaal dacht dat ze al een beetje in de buurt kwam en dus gaf hij nog wat meer klappen en wees haar zo terecht: ‘Maar vrouw, kun je soms geen Felipe zeggen? Niet vergeten, je weet toch wie er koning is, Don Felipe … de vijfde … Zeg Felipe en plak er dan nas aan vast, wat in het Latijn ‘eilanden van indio’s’ betekent en dan heb je de naam van je verdomde l…land!’
Consolación, die toen nog een wasvrouw was, wreef over haar blauwe plekken en herhaalde ongeduldig, ‘Fe…lipe, Felipe…nas, Felipenas, nou?’
De korporaal kreeg visioenen. Hoe kon het nou Felipenas zijn in plaats van Felipinas? Een van tweeën: of het was Felipenas of je moest Felipi zeggen! Dus liet hij het onderwerp die dag maar schieten. Zijn vrouw achterlatend ging hij de boeken raadplegen. Daar bereikte zijn verbazing een hoogtepunt: hij wreef in zijn ogen … nog eens kijken … langzaam nu! … Filipinas zeiden alle mooi gedrukte boeken: zowel hij als zijn vrouw hadden het mis!
‘Hoe kan dat nou?’ mompelde hij. ‘Kan de geschiedenis liegen? Zegt dit boek niet dat Alonso Saavedra het land die naam heeft gegeven ter ere van de prins, Don Felipe? Hoe kan die naam dan zo verpest zijn? Zou Alonso Saavedra misschien een indio zijn geweest?’

Met die twijfels raadpleegde hij sergeant Gomez, die als jongetje priester had willen worden. Zonder de korporaal een blik te verwaardigen blies de sergeant een mondvol rook uit en antwoordde toen heel hoogdravend: ‘In antieke tijden werd het uitgesproken als Filipi in plaats van Felipe. Maar omdat wij modernen verfranst zijn kunnen we geen twee i’s achter elkaar verdragen. Daarom zeggen beschaafde mensen, vooral in Madrid – bent u nog nooit in Madrid geweest? – beschaafde mensen dus, zoals ik al zei, zijn begonnen met het verwisselen van de eerste i voor een e: menistro, enritacion, embitacion, endino enzovoort, dat is nou wat ze noemen jezelf moderniseren.’
De arme korporaal was nog nooit in Madrid geweest, daarom kon hij het raadsel dus niet begrijpen: wat ze allemaal leerden in Madrid!
‘Dus nu hoor je te zeggen …’
‘Op de antieke manier man! Dit land is nog niet beschaafd! Op de antieke manier, Filipinas!’ riep Gomez minachtend.
De korporaal was misschien een slechte filoloog, hij was wel een goede echtgenoot. Wat hij had geleerd moest hij ook zijn echtgenote leren, dus ging hij verder met haar opleiding: ‘Consola, hoe noem jij je verdomde l…land?’
‘Hoe zou ik het moeten noemen? Precies zoals jij het me hebt geleerd: Felifenas!’
‘Ik smijt een stoel naar je toe, jij …! Gisteren sprak je het nog beter uit, op de moderne manier, maar nu is het gepaster om het op de antieke manier uit te spreken: Feli…, ik bedoel Filipinas!’
‘Als je maar weet dat ik geen antiek ben! Wat denk je wel?’
‘Maakt niet uit! Zeg Filipinas!’
‘Dat wil ik niet. Ik ben geen antieke bagage … amper dertig jaar oud!’ protesteerde ze en stroopte haar mouwen op om zich voor te bereiden op een gevecht.
‘Zeg het, jij …, of ik gooi deze stoel naar je toe!’
Consolación zag de beweging, dacht even na en begon toen te stamelen met diepe ademhalingen, ‘Feli…, Fele…, File…’
Boem! Krak! De stoel maakte een einde aan het woord.
Zo eindigde de les in stompen, krabben en klappen. De korporaal greep haar haren, zij greep zijn sikje maar was niet in staat te bijten vanwege haar losse tanden. Hij schreeuwde, liet haar los en vroeg om genade. Bloed begon te vloeien, het ene oog werd nog roder dan het andere, een hemd werd in stukken gescheurd en er kwamen allerlei verborgen lichaamsdelen bloot te liggen, maar geen Filipinas!’

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s