De Filipijnen verklaarden zich op 12 juni 1898 onafhankelijk, na ruim 300 jaar Spaanse kolonisatie.
In de geschiedenis van de Filipijnen hebben voortdurend opstanden plaatsgevonden tegen de Spanjaarden, in alle delen van de archipel.
De grote opstand was begonnen in 1896, met Emilio Aguinaldo als een van de militaire leiders. Na een wapenstilstand kwam Aguinaldo in mei 1898 terug uit Hongkong met een lading wapens, aan boord van een Amerikaans marineschip. Meteen kwam de bevolking in opstand tegen de Spanjaarden.
Een maand later, op 12 juni 1898 kon Aguinaldo het land onafhankelijk verklaren. Thuis in Kawit hees hij de Filipijnse vlag. Nog steeds wordt op die datum, ‘flag day’, de onafhankelijkheid gevierd.
Op dat moment was Aguinaldo ervan overtuigd dat de Amerikanen, volgens afspraak, de nieuwe republiek zouden steunen …
Maar wat was de reactie op de opstand en de Filipijnse roep om onafhankelijkheid bij de naaste buren, in Nederlands-Indië, en bij de verre buren in Nederland?
De Filipijnen waren zelden in het nieuws geweest in Nederland. Maar dat veranderde toen de inwoners van de Spaanse kolonie in opstand kwamen en zich onafhankelijk verklaarden. De nieuwsberichten verschilden, afhankelijk van de aard en plaats van de publicatie.
De onafhankelijkheidsverklaring

De katholieke pers was niet enthousiast:
“In dit nummer vindt men ook het portret van Aguinaldo, den aanvoerder der opstandelingen op de Philippijnen … Het is bekend dat Aguinaldo, zelf vrijmetselaar evenals een groot aantal van zijn medestanders, eenvoudig het werktuig is van de vrijmetselarij, die er sinds lang op uit was, de Philippijnen aan de invloed van de kloosterorden te ontrukken, die sinds eeuwen tot welzijn der bevolking daar werkzaam waren.” (De Katholieke Illustratie; 1898)
Vluchtende Dominicaner monniken maakten het feest van de onafhankelijkheid van dichtbij mee:
“ … Van Taguig begaven de reizigers zich naar Binan, waar zij door de bewoners met doodsbedreigingen werden ontvangen. Onder grote gevaren zetten zij hun tocht voort en bereiken Pedro Macati. Nog slechts enige mijlen zijn ze van Manilla verwijderd, maar een bevelhebber der opstandelingen houdt hen aan onder voorwendsel, dat de weg naar Manilla niet veilig is. Om beter voor hun veiligheid in te staan voert hij hen onder geleide naar Cavite, waar zij de opperbevelhebber Aguinaldo zouden ontmoeten, die hen volgens het contract met generaal Rizal zonder twijfel gezond en wel aan de Spaansche overheid zou overgeven.
Te Cavite aangekomen werden Pater Gomez en zijn medebroeder aan Aguinaldo voorgesteld, die hen echter gevangen houdt, ondanks het erewoord van generaal Rizal. De 12de juni wordt de onafhankelijkheid der Philippijnen afgekondigd. Het decreet bevat slechts lasteringen tegen God en de katholieke godsdienst, zoals te verwachten was van Mabini, de goddeloze secretaris, adjudant van Aguinaldo. Algemene uitbundige vreugde der opgezweepte bevolking. Alom weerklinkt de kreet: ‘Leve Aguinaldo!’,’Dood aan Spanje!’ Alle steden hebben afgevaardigden gezonden om Aguinaldo te huldigen. Maar vóór de stad weer te verlaten stromen allen eerst naar het park, om daar het heerlijk schouwspel te genieten van weerloze gevangenen, gehate Spanjaards.” (De Rozenkrans, jrg. 24, 1901)
De genoemde generaal Paciano Rizal was de oudere broer van de schrijver en nationale held van de Filipijnen José Rizal. Nadat zijn broer José in 1896 door de Spanjaarden was geëxecuteerd vanwege zijn boeken (Noli me tangere – Raak me niet aan! en El Filibusterismo – De revolutie), sloot Paciano zich aan bij het leger van Aguinaldo.
Na de onafhankelijkheidsverklaring … nieuwe overheersers
De Amerikanen waren in oorlog met Spanje. Na het verdrijven van de Spanjaarden uit Cuba stuurde president McKinley schepen naar Manila om de opstandelingen daar bij te staan. Na het verslaan van de verouderde Spaanse schepen in de haven bleven de Amerikaanse schepen in de baai liggen.
Het leger van Aguinaldo had vrijwel de hele archipel onder controle. De Spanjaarden waren teruggedreven in de oude stad Manila …
Toen maakte Aguinaldo de vergissing te wachten met de verovering van Manila. De Amerikanen stuurden troepen aan land en nadat voor de show een schotenwisseling had plaatsgevonden gaven de Spanjaarden in Manila zich over. Ondertussen sloten de Amerikanen in Parijs een vredesverdrag met Spanje, waarbij ze voor 20 miljoen dollar de Filipijnen overnamen.
Toch bleef Aguinaldo vertrouwen op een goede afloop. Op 23 juni 1898 installeerde hij met zijn adviseur Apolinario Mabini een nieuwe revolutionaire regering, die een nieuwe grondwet voorbereidde voor een democratische republiek. Op 23 januari 1899 werd deze republiek een feit, en Aguinaldo werd gekozen als eerste president.
“Verleden week is het feest van de onafhankelijkheid der Philippijnen gevierd met groot vreugdebetoon en een wapenschouwing, waarbij Aguinaldo de Amerikanen, hoewel betreurende hun afwezigheid op dit feest, dank gebracht heeft voor hun hulp aan een onderdrukt volk. De Philippijnen zullen en moeten aan de Philippino’s toebehoren, evenals Amerika aan de Amerikanen, zei hij. Een Philippijnse editie dus der Monroe-leer! Aguinaldo beschouwt zich dan ook in de puntjes als onafhankelijk hoofd ener republiek. … In elk geval zal het in Parijs een interessante discussie worden en nog interessanter is het te weten, hoe men de daar te nemen besluiten op de Philippijnen zal trachten ten uitvoer te leggen.” (De Bazuin, 7-10-1898)

“Van het ogenblik zijner leiding tot bijna in 1899 voerde hij onophoudelijk oorlog tegen de Spanjaarden. De Amerikanen bewees hij onschatbare diensten, omdat hij voor hen het mindere werk deed, wat anders maanden lang geduurd en duizenden mensenlevens gekost zou hebben. Hij moet 15000 Spanjaarden hebben gevangen genomen …Tegen de Spanjaarden strijdende, voerde hij onderwijl allerlei diplomatieke schermutselingen met de Amerikanen en overtrof daarin hun beste officieren, Merritt en Dewey alleen uitgezonderd. In ’t begin van juni zette Aguinaldo een Voorlopige regering in elkaar, waartoe hij de ambtenaren koos uit zijne vrienden en verwanten. Dit lichaam kwam verleden jaar op 23 juni bijeen en bevestigde hem als opper-generaal der Philippijnen en president der revolutionaire regering.” (Algemeen Handelsblad, 25-2-1899)
In zijn inaugurele rede zei Aguinaldo o.a.:
“… I congratulate our beloved people, who from this date will cease to be anonymous and will be able, with ligitimate pride, to proclaim to the Universe the long coveted name of PHILIPPINE REPUBLIC. We are no longer insurgents; we are no longer revolutionists; that is to say armed men desirous of destroying and annihilating the enemy. We are from now on Republicans; that is to say men of law, able to fraternize with all other nations, with mutual respect and affection.” (Stewards of the nation; J. Eduardo Malaya & Jonathan E. Malaya; Mandaluyong City, 2018)
De Verenigde Staten van Amerika waren intern volkomen verdeeld over het vervolg. Tot, na zeven maanden afwachtende spanning, in februari 1899 een schotenwisseling plaatsvond tussen Amerikaanse en Filipijnse soldaten. Hoewel een Amerikaans soldaat het eerste schot loste, sloeg de balans in het Amerikaanse parlement door:
“WAT ZAL AMERIKA DOEN MET DE FILIPPIJNEN?
‘No man is good enough to govern another without that man’s consent’, Abraham Lincoln.
“… Dat bericht gaf de doorslag. Over een motie om althans de plechtige verklaring af te leggen, dat de Filipino’s na verloop van tijd onafhankelijk zouden worden, staakten de stemmen, waarna de voorzitter zijn beslissende stem ertegen uitbracht, en met 26 stemmen tegen 22 nam de Amerikaanse Senaat een motie van Mac Enery aan, die een keurig staaltje was van de slag om-den-arm politiek, waarin de tegenwoordige regering haar kracht zoekt. …
“Amerika behoudt zich voor onbepaalde tijd het recht voor, met de Filippijnse eilanden te doen wat het wil, aanvaardt voorshands het gezag over de archipel en denkt er niet aan, een “Filippijnse Republiek” te erkennen. … Wat er na de 4e Februari op de Filippijnen gebeurd is, heeft de ongeluksprofeten maar al te zeer gelijk gegeven. … Amerika heeft van Spanje, mèt de eilanden, een opstand overgenomen. …
“Andrew Carnegie merkt zeer juist op: ‘… In iedere menselijke samenleving ligt de heilige kiem van zelfbestuur, het krachtigste middel tot vooruitgang, dat de Voorzienigheid haar gegeven heeft. Een heerser, hij hete President of Tsaar, die de groei van dat heilige zaadje tracht te verstikken, maakt zich schuldig aan de grootste staatkundige misdaad’.” (Bataviaasch Nieuwsblad, 20-5-1899)
“Zij gaat dus uit van het begrip dat een tegen indringers in opstand gekomen volk, dat daarenboven de Spanjaarden grotendeels zelf reeds verdreven had, lijdelijk moet berusten als het met een pennenstreek aan een vreemde regering wordt ‘overgedaan’.” (De Bazuin, 28-4-1899)
Het verzet tegen de Amerikaanse bezetting leidde tot een lange, bloedige oorlog.
“… de Amerikanen weigeren (alles) wat de Philippino’s hun onafhankelijkheid kan teruggeven. … Een bevel werd uitgevaardigd tot de winkeliers waarbij werd verboden de verkoop van enig weelde-artikel, dat de Philippijnsche vlag of Aguinaldo’s portret droeg. …
“Men vertelde ook, dat vrouwen in Manila werden gearresteerd, die gekleed waren in rood, wit en blauw, de Philippijnsche kleuren; terwijl het verboden was sieraden te dragen waarop deze drie kleuren voorkwamen. Het verkopen van portretten van Dr. Rizal werd ook al verboden evenals al zijn werken.” (De Locomotief, Samarangsch handels- en advertentieblad; 22-2-1901)
Nadat Aguinaldo in maart 1901 gevangen was genomen, ging de oorlog op diverse plaatsen nog jarenlang door.