José Rizal en zijn relatie met Nederland

Op 30 december 1896 werd José Rizal, schrijver van de beroemde roman Noli me tangere, gefusilleerd door de Spanjaarden, de koloniale heersers in de Filipijnen, vanwege de sarcastische maatschappijkritiek in zijn boeken en artikelen. 30 december is in de Filipijnen een nationale feestdag: Rizal Day. Wat waren de connecties van de bekendste inwoner van de Filipijnen met Nederland? Wat wist men in Nederland over Rizal, en wat wist hij over Nederland? [1]

Kindertijd, scholier en student

José Rizal werd op 19 juni 1861 geboren in Calamba, op het eiland Luzon in de Filipijnen. Als 7e van de 11 kinderen in het gezin kreeg hij als volledige naam: José Protasio Rizal Mercado y Alonzo Realonda.

Rizal had een gelukkige kindertijd, waarover hij een aantal korte autobiografische verhalen heeft geschreven. Maar in 1872, toen José 11 jaar was, veranderde niet alleen zijn kleine wereld in de provincie, maar ook de wereld om hem heen.

Na een opstand in de havenstad Cavite werden drie onschuldige Filipino priesters ter dood veroordeeld. In hetzelfde jaar werd zijn moeder onschuldig veroordeeld, waardoor ze twee jaar in de gevangenis doorbracht. Deze gebeurtenissen maakten grote indruk op hem en hadden invloed op zijn latere werk.

In hetzelfde jaar ging Jose op 11-jarige leeftijd naar Manila om daar te gaan studeren aan het Ateneo Municipal van de jezuïeten. Aan de Universiteit van Santo Tomas rondde hij in 1882 zijn studie in de medicijnen af, maar hij zou er niet verder studeren. Zijn oom stelde voor dat José naar het buitenland zou gaan, omdat de autoriteiten hem in de gaten hielden en het te gevaarlijk werd in Manila. Rizal ging naar Spanje: hij verder wilde verder leren en de wereld zien.

De eerste contacten met Nederlanders (1882)

Op 3 mei 1882 vertrok José Rizal, pas 20 jaar oud, naar Spanje. Eerst naar Singapore en vandaar met de Franse postboot ‘Jemnah’ naar Marseille. De eerste contacten van Rizal met Nederlanders vonden plaats op dit schip. Rizal schreef over zijn ontmoetingen met buitenlanders:

‘Alles wat hier gebeurt is grappig. Ik ben hier met een Duitser, een Engelsman en een Nederlander. Ik realiseer me dat dit een kleine Babel is.’

Rizal maakte makkelijk vrienden. Zo ook met vier jonge Nederlandse meisjes, zusjes, die vanuit Nederlands-Indië op weg waren naar Den Haag. Het afscheid in Marseille viel hem zwaar. Want hij schreef:

‘… er is één ding dat onvervangbaar is, en dat is iemands gevoel bij het afscheid nemen. … Ik ben mijn vriend Zorab al kwijt en nu vertrekken ook Wilhelmine, Hermine, Geretze, Celiene en Mulder. En waar gaan ze heen? De meisjes gaan naar Den Haag en Mulder naar Brussel. Waarschijnlijk zullen we elkaar niet meer terugzien. Vaarwel dan maar, vrolijke metgezellen en vrienden. Ga naar de boezem van jullie families, en ik, die aan mijn pelgrimstocht begin, zal verder zwerven, overgeleverd aan de genade van het lot. Ik realiseer me dat als vriendschappen worden gesmeed tijdens het reizen, ik niet geboren ben om te reizen.’

Deze meisjes leerden hem waarschijnlijk zijn eerste Nederlandse woorden. Ze waren op weg van Nederlands-Indië naar Nederland.

Nederland is zo ver weg van de Filipijnen … Toch waren de Nederlanders in de dagen van Rizal enkele van de naaste buren van de Filipijnen, op de nabijgelegen eilanden van Nederlands-Indië – het huidige Indonesië.

De eerste reizen door Europa (1882 – 1887)

Tijdens zijn reizen en zijn studie kreeg Rizal financiële steun van zijn broer Paciano en van zijn oom. Van Marseille en Barcelona ging hij naar Madrid, waar hij medicijnen studeerde. Via zijn vriendenkring sloot hij zich aan bij de hervormingsgezinde Propaganda beweging, schreef opzienbarende stukken voor de krant en dacht ook na over een boek als middel om zijn landgenoten wakker te schudden. In Parijs, waar hij in de leer ging bij een beroemde oogarts, begon hij aan de eerste hoofdstukken van Noli me tángere – het boek dat een van de belangrijkste literaire werken van de Filipijnse literatuur zou worden.

Rizal reisde door heel Europa, maar het is niet duidelijk of hij ooit in Nederland is geweest. Daar is geen verslag van, maar opmerkingen in zijn brieven suggereren dat dit het geval was.

Over zijn eerste reizen in Europa, in 1886, schreef Rizal aan zijn zus Maria:

‘In huizen in Duitsland, en vooral in Holland, zag ik in plaats van schilderijen antieke borden aan de muur hangen, met tekeningen in kleur. In sommige huizen lieten ze je de borden van opa en oma zien.’ [2]

In Berlijn voltooide Rizal zijn eerste romanNoli me tángere, die hij daar in 1887 liet drukken. Natuurlijk wilde hij het boek ook graag in de Filipijnen laten verspreiden, maar daar werd het door de censor verboden. Elk exemplaar moest worden verbrand, eigenaren van het boek zouden gevangen worden genomen of verbannen, met verlies van al hun bezittingen. Maar dit was eigenlijk gratis reclame voor het boek, waarin de hebzuchtige priesters en de tirannieke Spaanse soldaten en ambtenaren genadeloos werden bespot.

Na zijn reis door Europa vond Rizal dat het tijd werd om terug te gaan naar zijn familie in de Filipijnen.

De tweede reis naar Europa (1887 – 1888)

In augustus 1887 arriveerde Rizal in Manila en ging meteen door naar zijn moeder in Calamba om haar te opereren. Het was de eerste staaroperatie in de Filipijnen, waardoor hij een beroemd oogarts werd.  Maar in 1888 werd Rizal ontboden bij de ‘verlichte’ gouverneur-generaal in Manila, die hem waarschuwde voor de haat die zijn boek had opgeroepen. Hij was niet veilig meer in de Filipijnen.

Via Hongkong, Japan en de Verenigde Staten kwam Rizal terug in Europa. In Londen ontdekte hij in het British Museum een van de weinige exemplaren van het boek van Antonio de Morga: Sucesos de las islas Filipinas[3]uit 1609. Dezelfde De Morga van de befaamde zeeslag met de Nederlandse kapitein Olivier van Noort in de Baai van Manila op 14 december 1600.

In de Sucesos las Rizal over de geschiedenis van de Filipijnen, de aard van het volk en de rijke cultuur en producten. Om dit wereldkundig te maken bewerkte Rizal het boek in een nieuwe, geannoteerde editie, die hij in 1890 in Parijs zou laten drukken.

In Londen las Rizal waarschijnlijk ook de Engelse vertaling van de Max Havelaar van Multatuli. Rizal schreef aan zijn vriend Ferdinand Blumentritt:

‘Het boek van Multatuli, dat ik je zal sturen zodra ik het ontvang, is buitengewoon interessant. Zonder twijfel is het superieur aan mijn boek. Maar omdat de auteur Nederlander is zijn de aanvallen niet zo heftig als die van mij. Het is verfijnder en meer artistiek, hoewel het slechts één kant van het leven van de Nederlanders op Java laat zien.’ (6-12-1888)

De eerste Nederlandse berichten over Rizal

Wat wisten de Nederlanders van Rizal? Tijdens zijn leven was Rizal niet bekend in Nederland, omdat zijn romans niet in het Nederlands waren vertaald. Het eerste Nederlandse artikel over Rizal en zijn roman verscheen in 1889 in het Soerabaijasch Handelsblad:

‘Vorig jaar gaf hij in Berlijn in de Spaanse taal een tendensroman uit Noli me Tangere getiteld, waarin hij, zoals Multatuli dat voor Ned.-Indië deed, de tegenwoordige toestanden in de Filipijnen schilderde en vooral de priestertirannie geselde. Nauwelijks was hij uit Berlijn in Manila teruggekeerd, of de storm brak tegen hem los. De pers (…) alles werd tegen hem en zijn boek opgezet en het leven werd hem zo zuur gemaakt, dat hij ter wille van zijn bloedverwanten zich genoodzaakt zag zijn vaderland zo spoedig mogelijk weer te verlaten.
Hij werd een protestant genoemd (…) iemand die in Manila de bloedrode fakkel van de omwenteling wilde ontsteken, enz. (…) Nog na zijn verbanning wreekten de priesters zich op zijn verwanten, verdreven zijn broeders van hun erfgrond en deporteerden zijn zwager naar het eiland Cebu. Schotschriften in de Spaanse en Tagali-taal stelden de afvallige vaderlander dr. Rizal voor als een ware servidor del demonio (dienaar des duivels) en teneinde de inkomsten uit die geschriften te bevorderen verleende de aartsbisschop van Manila aan ieder die ze kocht en las tachtig dagen aflaat.’ [4]

In 1889 en 1890 kende Rizal een productieve periode in Parijs. Hij publiceerde o.a. een artikel over het volksverhaal ‘De aap en de schildpad’ in een internationaal tijdschrift. [5]  Enkele jaren later reageerde de Leidse prof. Hendrik Kern op dit artikel, waarin hij de fabel vergeleek met vergelijkbare verhalen uit Zuidoost-Azië. [6]

Rizal schreef ook veel politieke artikelen voor de krant La Solidaridad, onder andere ‘The Philippines A Century Hence’ [7] (De Filipijnen over honderd jaar) waarin hij schreef over het Nederlandse kolonialisme:

‘De staat heeft verschillende middelen tot zijn beschikking om een volk op weg naar vooruitgang tegen te houden: de onderdrukking van de massa door een kaste die verslaafd is aan macht, aristocratisch zoals in de Nederlandse koloniën, of theocratisch zoals in de Filippijnen …’

Dan gaat Rizal verder:

‘Als de Filipijnen hun onafhankelijkheid bereiken na heroïsche en hardnekkige strijd, kunnen ze er zeker van zijn dat noch Engeland, noch Duitsland, noch Frankrijk, en nog minder Nederland zullen durven over te nemen wat Spanje niet heeft kunnen vasthouden. … Holland is verstandig en zal tevreden zijn met het behoud van de Molukken en Java. Sumatra biedt haar een grotere toekomst dan de Filipijnen, waarvan de zeeën en kusten een onheilspellend voorteken zijn voor Nederlandse expedities.’

Rizal doelde op de voortdurende aanvallen van de Nederlanders in de Baai van Manila in de 17e eeuw, waaronder de eerder genoemde zeeslag met De Morga. Nederland was toen nog in de 80-jarige oorlog met Spanje. Maar de Nederlandse zeelieden gevangenen in Manila werden niet behandeld als krijgsgevangenen. Ze werden geëxecuteerd als piraten, wat ze in zekere zin ook waren. Vrijbuiters, op zoek naar winstgevende handel of buit.

In hetzelfde artikel voorspelde Rizal dat de Amerikanen de Filipijnse archipel zouden overnemen: ‘Misschien droomt de grote Amerikaanse republiek … op een dag van buitenlands bezit.’ Inderdaad zouden de Filipijnen later de eerste Amerikaanse ‘kolonie’ worden.

Kwam Rizal ook naar Nederland?

Tijdens zijn tweede reis naar Europa, in 1890, schreef Rizal aan zijn Duitse vriend professor Blumentritt:

‘Ik vertrek uit Parijs, maar ik weet niet waar ik heen ga; misschien naar Nederland om daar de bibliotheken te bezoeken. Er moeten daar boeken zijn uit de 18e eeuw over de Filipijnen.’ [8]

Blumentritt antwoordde een paar dagen later:

‘Als je naar Holland gaat zullen de bibliotheken van Leiden en Utrecht je veel materiaal voor je studie bieden.’ [9]

Rizal was geïnteresseerd in de cultuur en talen van de Filipijnen en Zuidoost-Azië. Professor Kern van de Universiteit Leiden was een specialist op dit gebied.

Rizal had zich inmiddels in Brussel gevestigd, en schreef Blumentritt in april 1890:

‘Ik studeer Nederlands en ik speur de boekwinkels af om mijn verzameling compleet te maken. Ik heb al naar Holland geschreven om het nieuwe boek van Kern te bestellen.’

Volgens een van zijn biografen studeerde Rizal Nederlands omdat de Nederlanders buren waren en veel over de Filipijnen hadden geschreven. Een klasgenoot van Rizal zou hebben gezegd, dat Rizal een heel korte reis naar Nederland had gemaakt om professor Kern te ontmoeten en boeken te kopen.

In dezelfde maand werd een artikel van Rizal gepubliceerd in de Spaanse krant La Solidaridad. Dit artikel ‘Sobre la Nueva Ortografia de la Lengua Tagalog’ gaat over een voorstel voor een nieuwe spelling van het Tagalog, de belangrijkste voertaal in de Filipijnen. Het werd later door Blumentritt vertaald in het Duits en gepubliceerd in een Nederlands tijdschrift. [10]

Door de vervolging van zijn familie, en omdat het voor Rizal zelf gevaarlijk was om terug te gaan naar Manila, dacht hij erover om met zijn familie in het buitenland te gaan wonen. Toen Rizal in Gent werkte aan zijn boek, dicht bij Holland, stelde Blumentritt voor daarheen te verhuizen, omdat hij daar kon gaan werken:

‘Ga nog niet naar de Filipijnen; het is beter voor je om naar Leiden te gaan en professor Kern te bezoeken, waar je de wetenschap van de Maleisische taal kunt bestuderen.’ [11]

Blijkbaar heeft Rizal overwogen om zijn familie te laten overkomen. Retana, schrijver van de eerste biografie van Rizal, vermeldt:

‘Hij had al voorgesteld om ze naar Europa te halen, en, rekening houdend met het advies van professor Blumentritt, zich in Leiden of in Delft, of in Utrecht te vestigen, om zich volledig aan de Maleis-Polynesische taalkunde te wijden. Maar zijn familie, die bijna geheel uit eenvoudige Filipino’s bestond, had geweigerd aan dit verlangen te voldoen; zijn ouders, en vooral zijn oude vader, zagen het niet zitten om de brandende zon van de tropen, waaronder ze altijd hadden geleefd, te verlaten voor de koude Hollandse mist.’ [12]

Begin 1891 verhuisde Rizal naar Gent om verder te schrijven aan zijn tweede grote roman:El filibusterismo. Dit vervolg op Noli me tàngere had een andere vorm, omdat hij er een ander doel mee voor ogen had: hij wilde de Spanjaarden met dit boek een laatste waarschuwing geven. Terwijl het boek in het min of meer liberale Spanje gewoon kon worden gelezen, maakte Rizal er in de Filipijnen nog meer vijanden mee.

El filibusterismo – de titel is afgeleid van het Nederlandse woord ‘vrijbuiter’, een bandiet, kaper of avonturier.

Sprak Rizal ook Nederlands? Rizal sprak vele talen en kon ongetwijfeld ook Nederlands lezen. In Gent zal hij ook veel Nederlands hebben gehoord en misschien ook gesproken, of Vlaams.

Later, tijdens zijn verbanning in de Filipijnen, heeft hij brieven geschreven aan zijn vrienden en aan wetenschappers. Die brieven schreef hij in een mengsel van Duits, Nederlands, Frans en Engels, zodat ze onbegrijpelijk waren voor de censors.

Dit doet denken aan Tasio ‘de wijsgeer’ in zijn roman Noli me tángere, die schreef in hiëroglyfen zodat zijn tijdgenoten het niet konden lezen …

Terug naar Azië – de verbanning en dood van Rizal

In oktober 1891 verliet Rizal Europa om terug te keren naar Azië, hoewel hij wist dat hij niet terug kon gaan naar Filipijnen. Van december 1891 tot juni 1892 woonde hij in Hongkong, waar hij een goede praktijk had als oogheelkundige. Maar voor de rest van zijn familie zag hij daar geen toekomst.

In juni 1892 kreeg Rizal toestemming van de wat liberalere gouverneur Despujol om naar Manila te komen. Toen gesprekken met de gouverneur over hervormingen niets opleverden, richtte Rizal met een aantal medestanders La Liga Filipina op: een openlijke beweging die tot doel had met legale middelen te streven naar hervormingen. Een paar dagen later werd ook de geheime Katipunan opgericht, die een gewapende opstand voorbereidden.  

Maar La Liga Filipina werd verboden door de gouverneur en Rizal werd beschuldigd van betrokkenheid bij een opstand en verbannen naar Dapitan in Mindanao, vanwege godslastering en verraad. In Dapitan bleef Rizal tot 1896, en hield zich bezig met allerlei studies en activiteiten. Hij bouwde een school en een ziekenhuisje, adviseerde over landbouw en waterwerken, en ontving als oogarts patiënten uit binnen- en buitenland.

Over de laatste jaren van Rizals leven schreef de Leidse prof. Hendrik Kern in een artikel getiteld ‘De onlusten op de Filipijnen’:

‘Hier leefde hij, werkzaam als oogheelkundige totdat de opstand in 1896 uitbrak. Hoewel hem als verdacht persoon het zwaard van Damocles boven ’t hoofd hing, was hij gerust in het gevoel zijner onschuld. Vandaar dat hij er niet aan dacht te ontvlieden. Niettegenstaande hij in genen dele in den opstand betrokken was, werd hij gevangen genomen, van hoogverraad beschuldigd en hoewel geen enkel feit hem ten laste kon gelegd worden dan dat hij ooit twee gehate romans geschreven had en dat de opstandelingen zijn portret eerden, werd hij ter dood veroordeeld en op 30 December 1896 gefusilleerd.’ [13]

Rizals veroordeling en executie was ook nieuws voor de Nederlandse kranten. Hoewel dit nieuws gekleurd was door de Spaanse bronnen, volgens welke Rizal betrokken zou zijn geweest bij de opstand:

‘Op de Filipijnen. De leider en aanstoker van de opstand, dr. Rizal, is door de Spaanse troepen gegrepen en voor het gerechtshof te Manila gevoerd. Het hof heeft de doodstraf tegen hem uitgesproken. Dinsdagochtend om 7 uur is Rizal buiten Manila gefusilleerd.’ [14]

Over het werk van Rizal werd weinig geschreven.

Reacties op Rizals boeken in Nederland

De Telegraaf besteedde een paar jaar later aandacht aan zijn boek Noli me Tangere, dat was vertaald in het Frans als Au pays des Moines, ‘in het land van de monniken’:

‘In 1886 gaf hij zijn grote sociale roman Noli me tangere uit, in de volste zin van het woord een meesterwerk van fijne en tegelijkertijd nauwkeurige analyse. … De Filipijnse samenleving werd er met zoveel kracht, zo onmeedogend tevens in blootgelegd, dat het voor iedere lezer duidelijk moest zijn, dat de schrijver zich door het openbaar maken van de gedrochtelijke toestanden die hij beschreef, de haat van vele invloedrijke en machtige personen op zich moest laden. Het waren vooral de monniken die hij aanwees als de oorzaak van al de ellenden die het Filipijnse vaderland drukten en zij lieten de aantijging niet onbeantwoord.’ [15]

Andere recensies waren al even lovend:

‘Dit is een boek dat gelezen moet worden. Het is een boek van waarheid en is zéér aktueel. Het heeft de schrijver het leven gekost. … Hoe kan men zich bij het lezen van dit boek de daden van een Aguinaldo en de opstand tegen het gezag van het gedemoraliseerde Spaanse gouvernement begrijpen! Och, men leze dit boek toch! In zijn stijl van gloeiende verbittering voelt men in Rizal de eerlijke patriot, die o zoveel goed met zijn vaderland voor heeft, maar niet tegen de overmacht op kon. Het maakt alle verhalen van telegraaf-agentschappen, Amerikaanse generaals en Spaanse koloniale ambtenaren over het doel en de aard der Filipino’s tot leugens. Wanneer dit boek lezers kan vinden, dan zou Rizal zijn leven, dat hij er voor gelaten heeft, niet te duur verkocht vinden. ‘Au pays des moines’ is een boek van hartebloed en tranen van een edel en talentvol patriot.’ [16]

Nergens werd een verband gelegd met het kolonialisme in Nederlands-Indië.

Lang na de dood van Rizal verscheen in 1912 de eerste Nederlandse vertaling van zijn roman Noli me tángere als serie in het Soerabajasch Handelsblad, in Nederlands-Indië. Deze vertaling is online te vinden. [17] Het lijkt wat ingekort en gecensureerd, want sommige grappen of sarcastische opmerkingen over religie zijn niet opgenomen.

De redactie van het katholieke weekblad Java-Post vond het maar niks:

‘De Filipijnse Roman “Noli me tangere”, van de beruchte Rizal, wordt steeds trouw zonder blikken of blozen in het Soerabajasch Handelsblad vervolgd. We zijn al aan No. 91. Moet het nog lang duren? ‘t Wordt zo kinderachtig flauw en tegelijkertijd zo grof beledigend voor onze H. Godsdienst.’ [18]

Deze Nederlandse vertaling en het verhaal van Rizals leven en dood hebben waarschijnlijk de jonge Nederlandse schrijver Theun de Vries geïnspireerd. In 1933 publiceerde hij het boek Doctor José droomt vergeefs. Het gaat over een man die terugkeert naar zijn eiland, een school, het verraad door een priester en eindigt met de executie van de hoofdpersoon. Maar deze roman mist de stijl, het karakter en de verborgen humor van Rizals werk.

Op latere leeftijd werd Theun de Vries een beroemd auteur. Dit boek is niet vertaald in het Engels.

Helaas heeft het werk van José Rizal, en zijn betekenis voor het einde van het koloniale bewind in de Filipijnen, in Nederland weinig aandacht gekregen.

Beide romans van Jose Rizal zijn recent verschenen in Nederlandse vertaling. ‘Noli me tángere’ verscheen onder de titel Raak me niet aan, en ‘El Filibusterismo’ als De revolutie. [19]




[1] Voor een uitgebreide biografische schets zie: Leven en werk van José Rizal (arpenco.nl)

[2]   One hundred letters of Jose Rizal to his Parents, Brothers, Sisters, Relatives; letter from Heidelberg, 7-2-1886.

[3]  Dr. Antonio de Morga, Sucesos de las Islas Filipinas, 1609; English translation in The Philippine Islands, Vol. 1, no. 15., p. 205 etc.

[4] Soerabaijasch Handelsblad, 14 januari 1889.

[5] Dr. J. Rizal, article in Trübner’s American and Oriental Literary Record, 1889.

[6] Prof. H. Kern, The Tale of the Tortoise and the Monkey, article published in 1893.

[7] Source: Jose Rizal, The Philippines A Century Hence (The Philippines a Century Hence (gutenberg.org)); originally published in Spanish in La Solidaridad from Sept. 1889 to Jan. 1890).

[8] The Rizal-Blumentritt Correspondence (Vol. II – part 2); Paris, 20-1-1890.

[9] Idem; 24-1-1890.

[10] Die Transcription des Tagalog, in: Bijdragen tot de taal-, land- en volkenkunde van Nederlandsch-Indie, 1893.

[11] The Rizal-Blumentritt Correspondence (Vol. II – part 2); 26-4-1891.

[12] W.A. Retana, Vida y escritos del dr. José Rizal, 1907, p. 229.

[13] ‘De onlusten op de Filipijnen’, Tijdschrift voor Nederlands-Indië, 1897, 1e deel, p. 591 – 612. Prof. Kern baseerde zijn artikel grotendeels op een necrologie geschreven door Blumentritt.

[14] De Maasbode, 1 januari 1897.

[15] De Telegraaf, 4 maart 1898.

[16] De Hollandsche Revue, jrg. 4, 1899 nr. 8.

[17] Noli me tangere; Dutch translation of 1912.

[18] Java-Post, jrg. 10, 1912.

[19] Raak me niet aan! (arpenco.nl)





Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s